06.07.2021

De loonzakjes of de tuutjes

Jarenlang vond elke vrijdag van de week in het ouderlijk huis van Alfons Nelissen een opmerkelijk tafereel plaats. Daar werd mede onder het toeziend oog van z’n echtgenote Anna-Maria het loon van de arbeiders tot op de frank berekend en in zakjes gedaan.

Vervolgens werden de enveloppen met de briefjes en klinkende munten naar het toenmalig kantoor van de steenfabriek overgebracht waar de werknemers hun loon kwamen ophalen. Gaston Nelissen en Guido Gevers van de derde generatie binnen Nelissen waren hierbij bevoorrechte getuigen. “Elke vrijdag in de namiddag waren we van de partij”, reageerden de gewezen zaakvoerders van Nelissen Steenfabrieken.

De tuutjes

“Eerst werden de lonen met een telmachine berekend, en ze kwamen er op een geprint bandje uit”, herinneren ze zich nog levendig. “In de goeie kamer stond een grote ijzeren geldkoffer waarin het geld van de lonen lag. Vervolgens deden we het loon in enveloppen. We noemden dat in het dialect “de tuutjes”. Het waren loonzakjes die we nauwgezet vulden. Wat een hele verantwoordelijkheid inhield. Elk loon moest tot op de frank en de centiemen na kloppen. En terwijl we bezig waren, keken opa en oma toe hoe we het deden.” De arbeiders kwamen hun loonzakje afhalen aan het loket in een lokaal achteraan het toenmalig kantoorgebouw dat in de eerste decennia van de steenfabriek een veredelde en omgebouwde garage was.

Per stuk en per uur

En de berekening van het loon? Afhankelijk van de functie, de aard van het werk en of het binnen of buiten gebeurde, werd het loon per stuk en per uur vastgelegd. “De mensen die met de hand brikken in een houten mal klopten, de zogenaamde handvormers, werden per stuk betaald”, aldus Guido Gevers. “Het loon van de bouwers werd per wagen bepaald. Ze haalden de stenen uit de droogtunnels en stapelden ze op wagens die in de ovens werden gereden. Met ploegen van telkens twee personen werden per shift tot zeven of meer wagens geladen.”

Per soort steen

Uit een loonbriefje van 1973 blijkt dat een bouwer 96 frank per wagen kreeg. Het loon van de bouwer werd niet enkel op basis van het aantal bakstenen, die hij in een ovenwagen kon plaatsen, bepaald. Ook het type brik bepaalde mee hoeveel franken hij op het einde van de week letterlijk in zijn handen kreeg. Zo ontving hij voor een zwarte steen méér loon dan voor een brik van een lichtere kleur. “Van een zwarte brik zag de bouwer nagenoeg helemaal zwart, niet in het minst zijn handen”, licht Guido Gevers toe. “Hij moest zich meermaals gaan wassen. Hij kreeg voor de zwarte steen 133 frank per dag betaald. Voor een rode steen was dat 124 frank en voor een gele 119. En als hij zijn werk buiten moest doen, kwam daar nog 10 frank bij. In 1973 bedroeg het gemiddeld dagloon 100 frank.”

Maandloon

Stokers, lassers, technici, chauffeurs, sorteerders, afdragers en werknemers in andere functies ontvingen een loon dat per uur bepaald werd. Eerst werden de lonen elke week cash uitbetaald. Vervolgens gebeurde dat om de twee weken. Of in de volksmond: ze ontvingen hun “quinzième”. Vanaf de jaren ‘70 van vorige eeuw werden de lonen maandelijks uitgekeerd. Vandaag worden de arbeiders enkel per uur en volgens een bepaald barema vastgelegd. De hoogte van de lonen wordt door meerdere factoren bepaald zoals aantal dienstjaren en de opleiding. 
Acties
Verhalen
Wist je dat…